Papa vertelde, dat ik voor het slapen gaan mijn schoentjes bij de verwarming moest zetten. “Misschien dat er de volgende morgen iets lekkers in zit”, klonk hij opgewonden. Het zal allemaal wel, dacht ik. Als ik er maar geen last van heb. Ik hield me eerlijk gezegd helemaal niet bezig met deze malloten en die Sinterklaas. De afgelopen weken was ik druk doende om me in het vervolg sneller te verplaatsen. Dat is me enigszins gelukt, want sinds de vorig week kan ik een beetje lopen, heel wankel weliswaar, maar een begin is er. Met mijn handjes zwaaiend in de lucht loop ik al heel eind. Poes is echter minder blij. Hij ziet in mijn verkregen snelheid een serieuze bedreiging, terwijl ik in poes alleen een ideale sparringsspartner zie.
Al zwaaiend naar sinterklaas en zwarte piet, groet ik jullie.